– HISTORIE, POLITIEK –
GETUIGENISSEN TEGEN RASSENWAAN: dertien waar gebeurde verhalen over groepen mensen die racistisch werden bejegend. De ene keer hoorde Anne-Ruth Wertheim zelf tot die groep, de andere keer ging het om wat zij van anderen meemaakte of op afstand waarnam – in Nederlands-Indië en Indonesië, Japan, Vietnam, Marokko, Nicaragua, de Verenigde Staten en Nederland. In alle gevallen brak zij zich het hoofd over wat er gaande was. Welke mechanismen waren er werkzaam? Welke vooroordelen waren in omloop, neerbuigende of op angst gebaseerde? Ging het om mensen die werden uitgebuit of werd hun concurrentiekracht gevreesd? Welke drijfveren zaten erachter, diepe minachting of dodelijke afgunst? En altijd was er de dreiging van geweld, maar betrof die de hele groep of bepaalde groepsleden, als waarschuwing aan de overigen?
Overal was ook sprake van verzet, persoonlijk of collectief – variërend van de Nicaraguaanse landloze boer die in protest naar voren trad ten overstaan van de nieuwe machthebbers, tot het voeren van de onafhankelijkheidsstrijd door het Indonesische volk. Al die vormen van verzet laten zien dat de diepe pijnen die rassenwaan teweegbrengt, overal ter wereld, niet meer lijdzaam worden geduld. Een teken daarvan is ook de wereldwijde antiracismebeweging die eindelijk op gang is gekomen, onder het vaandel van Black Lives Matter. Wanneer meer mensen doorgronden waar en hoe rassenwaan ontstaat, hoe het in zijn werk gaat en hoe het eeuwenlang de kans heeft gekregen voort te woekeren, zal dat verzet met des te meer kracht gevoerd kunnen worden.
ANNE-RUTH WERTHEIM
Anne-Ruth Wertheim (1934) is geboren in Jakarta (Indonesië). Zij studeerde biologie aan de universiteit van Amsterdam, was werkzaam als lerares biologie en spande zich in voor onderwijsvernieuwing.
Haar onderzoek naar het wezen van het racisme begon met haar eigen ervaringen in een Japans interneringskamp en de geschiedenis van haar joodse familie in Europa, maar ook met de lessen van haar vader, de socioloog Wim F. Wertheim (1907-1998).
Hij onderscheidde twee soorten racisme: uitbuitingsracisme (gebaseerd op neerkijken en minachting) en concurrentieracisme (gebaseerd op afgunst, wantrouwen en angst), die zij uitwerkte en toepaste op hedendaagse ontwikkelingen.